Selecteer een pagina
Betrokken mentor = veilige klas

Betrokken mentor = veilige klas

Ik had al een tijd het vermoeden dat de betrokkenheid van de mentor rechtstreeks voelbaar is in de sfeer in de klas, ook wanneer de mentor er niet bij is. Of júist dan. Nu heb ik het ervaren en durf ik het wel zo te stellen: wanneer een mentor echt betrokken is met zijn/haar klas, wanneer hij/zijn mét hen meeleeft (i.p.v. “alleen”  een coördinerende taak vervullen), is de klas een veiligere, fijnere groep om je in te ontwikkelen.

Naast de workshops voor scholen, de individuele coaching voor de leerlingen, de kampen en allemaal andere leuke zaken voor jongeren, ben ik steeds meer bezig met systemisch werk en familieopstellingen (en wat vind ik dit toch gaaf!) en vanuit deze manier van werken, vroeg ik mij af: als je in alle systemen vaste posities hebt en iedereen een duidelijke rol heeft die ook de rollen van de anderen in het systeem beïnvloedt, zou het in een klas ook zo gaan? Het moet wel, dacht ik. In een klas heeft elke leerling zijn/haar eigen ruimte en worden er op een bepaalde manier ook rollen verdeeld. Sommige rollen zijn afgesproken, zoals de klassenvertegenwoordiger, andere ontwikkelen zich op een meer onbewuste manier en dan ontstaan er de leiders, de populaire kinderen, de nerds,… En de mentor heeft een essentiële rol want hij/zij schept de kaders, stuurt aan en houdt het overzicht. Heeft de mentor plezier in zijn/haar taak, draagt hij/zij dat over aan de klas. Is de taak voor de mentor te zwaar, om wat voor reden ook, speelt hij/zij dat ook door. Zou dat inderdaad zo zijn?, vroeg ik mij af.

De workshop Gelukzoeker en andere op maat gemaakte workshops hebben mij inmiddels naar veel scholen gebracht. Mijn ongelooflijke waardering voor de professional in het onderwijs is alleen maar toegenomen. De workshops zijn leuke activiteiten en ik geniet ervan en ik merk dat ook de leerlingen met wie ik samenwerk plezier hebben. En toch ben ik soms oprecht blij dat ik een klas mag ontmoeten, er éven mee samenwerken en dan weer mag gaan. Begrijp me alsjeblieft niet verkeerd: het is niet voor niets dat ik met jongeren werk, ik vind jongeren zo boeiend! Zeker de huidige generatie, vol gevoelige jongeren met zoveel mogelijkheden in hun mars! Ik geloof in hen! En soms, als ze onderdeel zijn van een groep, als ze zoekende zijn in welke houding ze ergens in moeten aannemen, als ze niet het vertrouwen voelen om te laten zien wat in hen speelt… Voel ik hoe uitdagend ze kunnen zijn. En dan is de docent/e daar, elke dag weer. Die komt niet even een workshop geven en klaar. Daar heb ik echt veel bewondering voor.

Er komt op een gegeven moment een mail binnen van een mentor, of een jaarcoördinator, die graag meer informatie wil over de workshops. Dan mailen we een aantal keer heen en weer, en bellen we elkaar. Vaak kan ik al uit het gesprek met de mentor opmaken wat voor klas ik ga ontmoeten. Zo sprak ik bijvoorbeeld een mentor van een tweede klas, op een school met een tweejarige mavo/havo brugklas: ‘fijne klas’, zei ze, ‘alleen ze willen zo graag hun ouders trots maken, dat ze allemaal voor de havo gaan kiezen, terwijl sommige van hen echt meer plezier zouden hebben in de mavo’. Ze wilde graag de workshop inzetten om de klas bewust te maken van hoe belangrijk het is om jouw eigen keuzes te maken en oké te zijn met wie je bent; dat je je niet onder druk gezet hoeft te voelen: durf te zijn wie je bent, durf te kiezen voor wat jij wilt. Ik hoorde de warmte van deze mentor voor haar klas, haar betrokkenheid. Ik vermoed dat niet één van de leerlingen in haar klas haar verteld had: ‘mijn ouders willen graag dat ik de havo doe en ik wil ze niet teleurstellen’ en toch wist ze dat heel goed. Haar klas was inderdaad een hele fijne klas. Er was veel interactie, iedereen durfde zijn/haar eigen mening te geven en ze deden allemaal enthousiast mee met de opdrachten. Er was een veilige sfeer, veel vertrouwen.

Meestal word ik gevraagd om voor meerdere klassen naar een school te gaan. Het plannen en voorbereidend contact verloopt met één van de mentoren. Soms kan de mentor van één van de andere klassen niet bij de workshop met zijn/haar klas aanwezig zijn. En soms is dat helemaal prima, andere keren is dat erg jammer. Door de filmpjes die we kijken tijdens de workshop, of door de gesprekken die ontstaan, komen er soms zulke bijzondere reacties uit de groep! Een jongen die vertelde dat vader van hem verwachtte dat hij het bedrijf zou overnemen, terwijl hij daar zelf echt geen zin in had en hoe de groep er vervolgens op reageert. Of een meisje dat vertelt dat ze nu moet kiezen of ze bij haar vader of haar moeder wil gaan wonen en het medeleven van de rest van de klas dat ineens voelbaar wordt. En soms… is de mentor daar niet bij. Er is altijd wel een collega aanwezig en ik neem aan dat dit wel besproken wordt met de betreffende mentor, maar stel dat je deze mooie verbindende momenten in je klas mist! Zeker: als er ruimte is voor deze gesprekken, zit het goed met de veiligheid en het vertrouwen in de klas!, maar ik kan me zo voorstellen dat het belangrijke momenten zijn om mee te maken en dat je als mentor baalt als ze zich voordoen wanneer jij er niet bij bent.

En dan zijn er ook wel eens klassen waar de mentor tijdens de workshop aanwezig is en waar je voelt dat de klik ontbreekt. Soms durft de mentor de groep niet om stilte te vragen, of een mededeling te doen. Soms zegt hij/zij iets en voel je de klas geen respect hebben. Ik heb één keer een mentor meegemaakt die zijn klas al ‘opgegeven’ had (‘natuurlijk werkten ze niet mee, dat doen ze nooit’). Dit zijn meestal de klassen waar ik dan de groepjes in de klas voel en waar één van de groepen wel mag zeggen wat ze willen en andere groepen niets durven te zeggen. We doen soms een opdracht waarbij  ieder voor zich een keuze moet maken en deze mag laten zien door aan de ene kant van de klas te gaan staan, of aan de andere en in deze groepen, waar de klik met de mentor ontbreekt, wordt soms gelachen om de keuze van een bepaalde klasgenoot. Hoe bestaat dat? Iedereen is wie die is en mag kiezen voor wat hij/zij wil en dan word je uitgelachen? Hoe komt het dat dit in sommige klassen gebeurt en dat het in andere klassen zelfs ondenkbaar is?

Voor alle duidelijkheid: ik begrijp dat de taak van een mentor niet eenvoudig is. Dat vóel ik, zelfs. Dat als de klik met de klas er niet is, dat niet zomaar is. Dat er omstandigheden zijn waarom de band met de klas er niet is (of juist wel). Ook de mentor die de klik niet heeft of die het zelfs heeft opgegeven, bewonder ik. Zeker als hij op een gegeven moment hulp durft in te schakelen.

Na de workshop heb ik meestal een gesprek met de mentor en het valt mij op dat, wanneer de klas als groep heeft genoten van de workshop en met plezier heeft meegewerkt, dit gesprek gezellig is en soepel verloopt. Dan vertel ik aan de mentor dat ik genoten heb van het samenwerken met zijn/haar klas en dan voel ik de trots van de mentor op de groep. Ik vertel dat het me opvalt dat de sfeer goed is en vraag ik hoe dat komt en daar voel ik dan dat díe mentor van dichtbij volgt wat er in de klas speelt, dat ze het mentoruur gebruiken om dichterbij elkaar te komen, dat de mentor ook in de whatsapp groep zit en dat ze hem/haar wel eens appen om dingen die helemaal niet belangrijk zijn en juist daarom weer wel. En als ik het op deze manier voel, zeg ik meestal ook dat de leerlingen in zijn/haar klas echt boffen met zo’n mentor. En dat meen ik helemaal.

En dan hoop ik dat deze mentor mij volgend jaar opnieuw een mailtje stuurt, zodat ik voor zijn/haar nieuwe klas een nieuwe workshop mag verzorgen!

 

 

 

 

Hou nog heel even vol! Hier lees je hoe.

Hou nog heel even vol! Hier lees je hoe.

Je hebt er vast ook geen zin meer in, en toch moet je nog een paar weken volhouden tot de zomervakantie! Hoe doe je dat? Hoe zorg je dat je nog een week of twee, of één, of drie (?) volhoudt en er het liefst nog enig plezier aan overhoudt ook nog? Nou, door te focussen! Lees verder, als je zin hebt.

Écht alle jongeren die ik via de Geluksschool tegenkom, zijn nu ongelooflijk druk met school. Een groot aantal van hen zit midden in de toetsenweek. Je hebt er een aantal dat al klaar is, examen gedaan en zelfs op vakantie geweest (the lucky ones); maar voor een groot aantal geldt dat het nu super druk is. Verslagen, werkstukken, groepsopdrachten, presentaties, toetsen… Noem het maar op, of de deadline is nu. Je hebt er al een heel schooljaar op zitten, ook met druktepieken en nu mag je nog even knallen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, ik weet het.

Maar wat ga je doen?! Balen, de hele dag door? Klagen, dat het zoveel is? Schreeuwen aan iedereen die het horen wil van hoe zwaar het is? Dat helpt niet. Of… het helpt misschien even, maar het lost je probleem niet op. De stapel opdrachten wordt er niet minder om, niemand gaat voor jou je toets doen.

Focussen, dat helpt. En nou moet je even goed opletten, want het komt best wel nauw 🙂 Sta even stil bij je plannen na deze mega-drukte. Wat heb je voor plannen waar je echt naar uitkijkt? Focus dáárop! Bedenk eens, dat als alle toetsen, opdrachten, verslagen, besprekingen… achter de rug zijn, je dan iets geweldigs hebt om te doen. Als je nu doet wat je moet doen, weet je dat je daarna lekker kan genieten. Eerst de inspanning, daarna de ontspanning. Én let ondertussen wel op dat je wel in het nu blijft! Focussen op iets in de toekomst heeft de valkuil dat je dan misschien minder let op wat je nu allemaal beleeft; dat mag natuurlijk niet gebeuren. Elke dag komt maar één keer langs, als je dan niet oplet, zou je zomaar iets gaafs gemist kunnen hebben. Dus: zet een stip op je horizon, dat je weet waar je het voor doet, dat je helpt om nu de dingen op je lijst afgevinkt te krijgen en wees bewust van wat je ondertussen beleeft!

Die stip op de horizon hoeft niet eens zo uitzonderlijk te zijn! Misschien ga je de middag na je laatste toets gamen met een vriend, of winkelen met een vriendin, of staat er een feest op de planning. Misschien kijk je wel uit naar een serie-marathon die je van jezelf mag houden. Dat kán voldoende zijn! Misschien ga je wel op vakantie met je familie of met een paar vrienden, dat is toch een gave focus?! Hoe gaaf is het om dat in het vizier te houden? Dat helpt je nu al vooruit! Ik moet hierbij steeds denken aan Sam Berns in een video die we bij de Geluksschool soms bij de workshops gebruiken: Sam heeft Progeria en dat betekent dat hij niet oud gaat worden. Hij vertelt in deze video heel mooi wat zijn levenshouding is en hoe hij er toch voor zorgt dat hij gelukkig is. Ergens zegt hij (rond 7’36” in de video): “ik probeer altijd iets te hebben waar ik naar uitkijk. Het hoeft niet groot te zijn, het kan een vakantie met familie zijn of wat hangen met mijn vrienden”. Als je in je drukke schema een kwartiertje de tijd hebt, is deze video van Sam Berns de moeite waard.

En terwijl je focust op datgene waar je naar uitkijkt, moet je wel blijven verbonden met het hier en nu. Als je naar school gaat voor een toets, hoor je vast wel iets leuks van deze of gene; er gebeurt vast iets grappigs terwijl je in de gang wacht of juist als jullie klaar zijn. Wees je bewust van deze kleine dingen ook! Want die geven ook de goede vibe om vol te houden en om nét iets meer geluk te ervaren.

Hoe ook, het komt neer op iets waar we het bij de Geluksschool vaker over hebben: hoe kijk je naar dingen en welke houding neem je ten opzichte daarvan? Je zult even door moeten nog, heel even; focussen op iets moois in de nabije toekomst én ondertussen alert zijn op het mooie van het nu, kan je even helpen doorbijten.

Zet hem op, in ieder geval! Veel succes!!

Eindexamen: daar moet je dus niet op focussen!

Eindexamen: daar moet je dus niet op focussen!

Echt heel veel jongeren doen hard hun best op school omdat ze hun eindexamen willen halen. Sommige niet, die zitten op school omdat ze moeten en dat is dat, ze doen er niet zo hun best voor. Maar allemaal, alle jongeren, willen graag hun eindexamen halen. Oké, dan is dat je doel, denk je. Goed doel? Uhhh, nou, nee. Focussen op je eindexamen: niet doen!

Ik hoor de stem in je hoofd al denken: ‘Nee?! Hoezo niet? Die mensen van de Geluksschool zijn knettergek. Tuurlijk zit ik op de middelbare en focus ik op het halen van mijn eindexamen!’. Als je op 4 vmbo, 5 havo of 6 vwo zit, snap ik je; dan is het goed dat je het eindexamen helder in beeld hebt, maar álle andere jaren dat je op de middelbare zit, moet je het eindexamen loslaten! Dat is een veel te groot doel en kan je afleiden van kleinere (en toch belangrijkere!) doelen die eerst komen! Lees even verder, dan leg ik het je rustig uit.

Heb je wel eens iemand ontmoet die een marathon heeft gelopen? Die is daar ooit voor gaan trainen, heeft zijn/haar trainingsschema opgebouwd tot zo’n mega einddoel. Niemand start met hardlopen en kan in één keer zo’n prestatie neerzetten. Nee, zelfs de beste marathonlopers bouwen hun training uit. Ik ben ooit begonnen met hardlopen; geloof me, absoluut nooit het plan gehad om een hele marathon te gaan lopen!, maar een stukje lopen wou ik wel. Ik heb wat om me heen gevraagd en ik begreep dat ik eerst maar voor elkaar moest krijgen om 5 km achter elkaar te lopen. Daar heb ik een programma’tje voor gedownload, dat bestond uit maar liefst 30 lessen en pas bij de 30ste les liep ik het hele stuk achter elkaar. 5 km achter elkaar lopen leek me geweldig, maar ik kon me niet voorstellen dat het me zou lukken. Dus elke les als een doel op zich genomen en aan het einde van elke les, ontstond er een nieuw doel: de volgende les. En alle beetjes samen, vormden mijn eerste 5 km. Er was een vervolgtraining: 10 km lopen. En ik kan me voorstellen dat als je de marathon wilt gaan lopen, je nog meer tussenstappen plant.

Als je begint met lopen en je probeert in één keer alle 42 km te lopen, gaat het je niet lukken. De 42 km aan het begin al als doel zien, werkt averrechts. Je raakt ontmoedigd en overdonderd omdat het doel zo groot is. Dat weet jij ook. Als jij voor die marathon zou gaan, zou je helemaal uit jezelf al aan meerdere tussendoelen denken. Niet in één keer je eindexamen, eerst de tussendoelen.

Stel dat je je kamer wilt (moet?) opruimen. Je kijkt naar het geheel, wat een bende het eigenlijk is geworden. Je weet niet waar je moet beginnen. Het is een puinhoop; je begint er niet aan. Ellende. En dan denk je: wacht ff: ik begin met het bed leeg maken. Dat is overzichtelijk, lukt me best. En daar ga je. En het lukt. Dan het bureau; eerst de grote spullen, dan de kleine prullen. Stap voor stap ruim je je kamer op en je haalt je doel.

Stel dat je onwijs veel huiswerk hebt. Gewoon één vak tegelijk. En het lukt je. Elke keer weer; dat weet je: als je wilt, lukt het je.

Zo bedoel ik het ook met het niet-focussen op je eindexamen. Als je op bijvoorbeeld op de havo zit, heb je 5 jaar op de middelbare. In het laatste jaar gaat veel aandacht naar het eindexamen en dat is goed, want het is een belangrijk aspect in je hele schoolloopbaan en heel bepalend voor wat je verder kunt studeren. Voor dit einddoel in zicht komt (in het 5e jaar), heb je 4 volle schooljaren waar je aan een ander doel mag werken. En in elk schooljaar heb je verschillende periodes en in elke periode verschillende toetsen. Als je in de eerste zit, moet je al ongelooflijk wennen aan het feit dat je op de middelbare zit en is het eindexamen echt ver weg; dan is het goed dat je eerst focust op het halen van alle toetsen in de eerste periode en als dat gelukt is, die van de tweede periode. Misschien mag je in de tweede periode eerst focussen op het halen van toetsen die je misschien in de eerste periode niet hebt gehaald. Best logisch allemaal, toch? Klopt ook, in de eerste focus je misschien makkelijk (nog) op het halen van je eerste jaar.

Hoe verder je raakt op de middelbare, hoe makkelijker het is om in de stress te raken voor het eindexamen. Dan is het goed om je te realiseren dat je waarschijnlijk eerst andere doelen hebt. Kleinere doelen zijn altijd makkelijker te halen dan grote zware doelen. En sowieso, een groot zwaar einddoel bestaat bijna altijd uit kleinere doelen. Let er maar eens op (en als het niet zo is, wees creatief en splits zelf je einddoel in kleinere doelen!).

Lang verhaal kort: zit je in de tweede, of in de derde, focus daar maar op. Één stap tegelijk. Dat eindexamen komt vanzelf. En ook in het eindexamen jaar: je eindexamen komt in zicht en dat vraagt veel aandacht en energie, maar je hebt daarvoor nog een aantal andere doelen: je hebt nog andere toetsen die gehaald moeten worden, werkstukken te maken, huiswerk bij te houden én een sociaal leven wat ook veel aandacht wil en mag hebben!

Dus één stap tegelijk, dat loopt het beste!

 

Lieve groetjes, Pilar.

Schoolwerk oppakken na de vakantie. Tips voor het hoe!

Schoolwerk oppakken na de vakantie. Tips voor het hoe!

Schoolwerk. Hoe moet je daar toch ooit mee verder, als je net een geweldige vakantie hebt gehad?! Misschien denk je: “hoe pak ik nu de draad weer op?! Hoe maak ik school leuker?! Hoe krijg ik mijn schoolwerk gedaan? Het gaat me nooit lukken!”. Dat is precies waar dit stukje over gaat. Je krijgt tips om van iets wat een vervelende verplichting lijkt/is, iets te maken waar je een goed gevoel van krijgt!

Hoe is jouw vakantie geweest? Heb je één week vrij gehad? Twee weken? Ben je weggeweest, of thuis gebleven om te chillen? Of misschien juist de kans gebruikt om wat te doen aan je schoolwerk? Misschien heb je wel urenlang liggen zonnen! Want het weer was er wel naar, de afgelopen dagen!

Wat je ook gedaan hebt, is het meestal lastig om na de vakantie weer aan de slag te gaan. Zeker wanneer je iets moet en eigenlijk niet eens zo graag wilt!

 

Oké, laat ik je alvast mijn 2 belangrijkste punten uit dit verhaal vertellen en daarna leg ik je e.e.a. wel verder uit.

Belangrijkstepunt 1: dit was de mei vakantie! Dat betekent dat je heel snel opnieuw vakantie hebt, en dan wel echt lang! Nog maar één laatste stukkie schooljaar! Één!

Belangrijkstepunt 2: iedereen, ook jij, krijgt steeds een nieuwe kans! Stel dat je het tot nu toe niet zo leuk hebt gehad, dit schooljaar; of misschien heb je het niet zo goed gedaan tot nu toe, met punten en zo. Je hebt steeds de kans om het opnieuw te proberen!

 

Het is ontzettend moeilijk om iets te doen wat je niet zo leuk vindt, of wat erg veel van je vraagt. Het is heel lastig om ergens aan te moeten beginnen terwijl je weet (= zelf denkt) dat je daar niet goed in bent. Wat doe je dan als je toch moet?! Als je de keuze niet hebt om het te laten zitten?

Just do it!

Je kunt niet anders, je moet! Waar je wel een keuze in hebt is in het hoe!

 

Afgelopen week hebben we een reünie gehad met alle jongeren die mee zijn geweest op ons Jongerenkamp Chill Retraite. Het was weer erg gezellig J Sommige van de jongeren hadden echt vakantie; anderen moesten onwijs veel doen voor school (met name 3 gymnasiasten, uit de 5e). Ik stond versteld van de hoeveelheid werk die ze eigenlijk nog deze vakantie af moesten krijgen. Écht veel. Ik heb erg veel bewondering voor hoe zij gewoon de schouders eronder zetten en doorgaan! En het zijn ook nog eens drie hele sociale toffe jongeren! Ik vroeg me af hoe ze het toch voor elkaar kregen, aan school doorwerken, beetje sociaal doen en beetje lol hebben tegelijk!

Dus ik heb het ze gevraagd! En dit is hun antwoord, als tip voor jou:

  1. Al het schoolwerk erbij pakken en goed onderzoeken wat heeft prioriteit.
  2. Strak plannen én je strak aan de planning houden. Vergeet vooral niet om pauzes in te plannen.
  3. Let bij het plannen op een goede combi van leuk om te doen en minder leuk om te doen. Dat je niet urenlang alleen hele saaie dingen achter elkaar aan hoeft te doen.
  4. Zorg dat je voor de pauzes hele leuke dingen plant, dingen die je echt graag doet.
  5. Wees steeds bewust van het werk dat je verzet en van wat je allemaal afkrijgt. Voel je daar trots op! [hierover zeiden ze iets in de richting van: “oké, het is best frustrerend dat de lijst van wat je moet doen nog steeds enorm is, maar hé, alles wat je doet is wel af eh?!!”]
  1. Concentreer vooral op het gevoel van trots op jezelf (op het goed bezig zijn, op wat het werk dat je wel doet,…) en op het uitzien naar de volgende pauze.
  2. Zet je mobiel weg tijdens het werken en doe er wat leuks mee in de pauzes [bv. een snap van iets wat je gemaakt hebt of van een coole chillhouding of…].
  3. Plan elke dag iets met een vriend/in. Hoeft niet lang te duren, maar het is wel belangrijk. Misschien ’s avonds samen een serie kijken. Of een ijsje halen na het eten, bijvoorbeeld; duurt niet lang, het is leuk en je bent er echt uit.
  4. Houd steeds voor ogen hoe jij je gaat voelen als het allemaal af is; of als het zomervakantie is: dan kun je echt ontspannen want je hebt er hard voor gewerkt!

 

Ze vertelden mij dat ze met deze tips ervoor zorgen dat werken aan school toch een goed gevoel geeft, terwijl het gewoon een verplichting is. Zij zorgen ervoor dat ze zo uitkijken naar de pauzes dat ze er steeds met plezier naar toe werken.

 

Misschien denk je nu: “ja hoor, dit waren drie ijverige leerlingen; zo braaf ben ik niet hoor’. Klopt, het zijn waarschijnlijk wel hele ijverige brave jongeren, maar dat betekent niet dat hun tips niet bruikbaar zijn, toch?! Probeer het anders een week lang uit. Dat kan toch geen kwaad!

Leuker is nog om het samen met een vriend/in uit te proberen. Kan je elkaar erbij helpen! (En doe je weer iets sociaals, wat ook belangrijk was, toch?!).

 

Misschien denk je ook: “dit heb ik nooit gekund, wel eens iets in die richting geprobeerd om mijn schoolwerk te organiseren, nog nooit gelukt”. Maar hé, je mag het toch nog eens proberen?! Dat het eerder niet lukte, betekent zeker niet dat het nooit gaat lukken!

 

Want, van chagrijnen en klagen… wordt niemand beter. Zeker jij niet. En daarmee kom je niet van je schoolwerk af. Dus: geef het (opnieuw) een kans én: dit schooljaar duurt nog maar heel even!

 

Ik ben alvast trots op je J

Ben benieuwd of je hier wat mee gaat doen en wat je van het idee vindt. Laat gerust een reactie achter of mail ons.

 

Lieve groetjes van Pilar.

Keuzestress of keuzekans?

Keuzestrees of keuzekans?

Één ding is duidelijk: school moet. Of je het nou leuk vindt (dat hoop ik heel erg!) of niet; of je op het vmbo zit, havo of vwo; of je er beter in bent of niet zo goed: school moet. Een vervolgopleiding kiezen is best een ding, en zit je op het vmbo, mag je dat al op je 16e doen. Zit je op de havo of vwo moet je al op je… pak’m beet 14e, 15e, een vakkenpakket gaan kiezen. Yep, keuzevakken en profielkeuze. Dat is niet niets. Maar de vraag is: hoe ga jij ermee om?

Dit is één van de situaties dat je zou kunnen denken: ‘ooooh, arme ik, ik ben een slachtoffer van het systeem, moet je eens kijken wat er allemaal van me verwacht wordt en ik vind het allemaal niet leuk! Laat ik vooral iedereen weten dat ik het best zwaar heb’ (ik probeer mijn woorden enigszins uit te kiezen, dat ik niet ga vloeken of wat dan ook, al snap ik best dat je dat soms doet 😉 zou ik soms ook willen). Mensen om je heen willen je dan steunen, komen misschien met wat tips en hopelijk voel je je dan beter.

In dezelfde situatie zou je kunnen zeggen: ‘hé, dit is niet leuk!! Ik raak in de war met al die keuzes! Grrrr… eens kijken: wat weet ik al wel? Mh, nog veel te weinig. Maar ik kan eens op zoek naar een manier om tot een keuze te komen. Het is wel een mooie kans om bezig te zijn met mijn toekomst. Wat wil ik hiermee? Leuk om erover na te denken! Hoe gaan mijn vrienden ermee om? Kunnen we elkaar helpen om er toch wat leuks van te maken?’.

Want hé, alleen jij hebt de macht om te bepalen hoe jij met al die keuzes omgaat! Hoe gebruik je die macht? Welke keuze maak je? Raak niet in paniek en zie je kans. Want dit is wat al deze keuzes zijn: een kans! Een kans om zélf aan het roer te staan!

Neem je hem?

Liefs, Pilar

Wees je beste vriend/in :-)

Wees je beste vriend/in

Ik weet niet of je dat gevoel kent dat je ongelooflijk overtuigd bent dat je het niet gaat redden; dat je denkt: dit kan ik niet. Gewoon 0 zelfvertrouwen. ‘Iedereen kan het, maar ik niet. Ik ben daar niet sterk genoeg voor; ik ben daar niet mooi genoeg voor; niet slank genoeg voor; niet slim genoeg… Het ligt aan mij’. Alsof je rondjes draait rond hetzelfde idee. Alsof het jouw lievelings rondje is. Alsof je dat nou zo leuk vindt om te doen: dát stomme zelfde rondje draaien. En je vindt het hele rondje, het hele idee, NIET EENS LEUK!!! Waar ben je dan mee bezig?!

Maar misschien ken je het ook: ineens voel je zo’n buik ‘pop-up’. Zo’n sterk idee dat ineens uit het niets in jezelf ontstaat. Je weet niet waar het vandaan komt, maar ineens is het er: een soort van bliksemschicht dat een grote waarheid brengt: HOU OP! Hou op met het rondje lopen dat je niet leuk vindt!

Als een vriend/in van je komt met dit soort ideeën, ben je heel goed in het laten stoppen van die gedachtegang. Want je hoort bij de ander dat het onzin is. Dat de ander even in de put zit (of misschien niet zo ‘even’, helaas) en dat die negatieve ideeën niet kloppen. Jij kunt het bij de ander heel goed zien, je bent voor hem/haar een luisterend oor, en jij wijst hem/haar op dat zijn ideeën over zichzelf niet kloppen.

Nou. Dat dus. Je voelt nu vast aankomen wat ik ga zeggen: als je het bij de ander ziet en kunt aangeven, waarom doe je dat niet ook bij jezelf? En ík hoor je nu al denken: ’ja, maar bij mezelf is het veel moeilijker’. En dat klopt. Maar ik heb nieuws voor je: JE KUNT HET TRAINEN! Weet je nog toen je je veters leerde strikken? Eerst deed je er heel lang over en moest je erg opletten, nu doe je het zomaar, heb je niet eens door dat het een kunstje is. Je gaat het trainen, dus. Als JIJ wilt. En als je wilt help ik je daarbij.Tof, toch? Straks ben je er zo goed in, dat je niet eens weet dat het een kunstje is. Gewoon: tegen jezelf zeggen wat je tegen je beste vriend/in ook zou zeggen: hou op met die gedachten, ze brengen je nergens.

Realiseer je je wel hoe lief je voor je vrienden bent? Wees dat ook voor jezelf! 🙂

Liefs, Pilar.

Pin It on Pinterest